In Nederland wordt ongeveer 60 miljard euro omgezet in voedsel op consumentenniveau waarvan circa 2,2 miljard euo uit de korte ketens.
Wageningen Economic Research heeft in het onderzoek Korteketenproducten in Nederland (Tacken et al., 2021) een schatting gemaakt dat het huidige marktaandeel van producten uit korte ketens in Nederland wordt geschat op tussen de 3 en 4% van de totale omzet, wat neerkomt op circa 2,2 miljard euro.
Verdeling afzet korte keten producten
Van de 2,2 miljard euro gaat ruim de helft naar de supermarkten. De andere helft gaat naar de thuisverkoop van de boeren en de horeca (restaurants). Catering en speciaalzaken lopen hier ver achter, hoewel er nu een forse groei is van kaasspeciaalzaken die veel streekproducten verkopen. Ook groentespeciaalzaken werken steeds vaker met de lokale agrariërs. De prijs die een boer/tuinder ontvangt, is vaak een derde of de helft van de consumentenprijs.
Helaas blijven speciaalzaken als bakkers, slagers en poeliers hier nog ver bij achter en laten hier grote kansen liggen. Zij halen hun producten vaak van handelaren en hebben steeds meer een traiteurassortiment.
Dichtheid aanwezige verkooppunten
Gemiddeld heeft Nederland 3,48 verkooppunten retail & horeca per 1.000 inwoners. Voor Utrecht is dat 2,91 per 1.000 inwoners (bron: Datlinq). Na Flevoland is dit het minste aantal verkooppunten per 1.000 inwoners in de Nederlandse provincies. Zeeland scoort het hoogst met 5,56 verkooppunten per 1.000 inwoners. Dit zegt iets over de dichtheid van aanwezige verkooppunten en daarmee bereikbaarheid van korteketenproducten.
Korte keten is duurzaam
De korte keten is een duurzaam afzetsysteem omdat er minder tussenschakels zijn, de producent een betere prijs krijgt waarbij de marge bij de producenten blijven. Omdat de keten kort is, is het voedsel ook verser waardoor er minder kans is op voedselverspilling. De handel vindt regionaal plaats en dat is gunstig voor broeikasuitstoot door transport en opslag.
Kortom, de korte keten heeft veel voordelen!